Maak werk van positieve bedrijfscultuur: waardeer vijftigplussers meer.
Bij Arteel werkt Greta. Zij is 74 jaar en supergemotiveerd. Naast de jonge teamleden zijn er zeven 50-plussers actief bij Arteel. Het is inspirerend hoe zij elke dag met veel goesting en engagement komen werken. Deze meer ervaren werknemers maken het verschil in ons bedrijf en ook daarbuiten. Hoe zorg je voor een goede mentale gezondheid, een hoog energiepijl en een sterk engagement bij 50-plussers? Ontdek de tips van Nathalie Arteel over hoe waardering van Greta en de andere minder jonge werknemers bijdraagt tot een positieve bedrijfscultuur.
Robert De Niro als inspiratie
Onlangs keek ik gefascineerd naar de film ‘The Intern’, die het verhaal vertelt van een 70-jarige gepensionneerd Ben Whittaker (gespeeld door Robert De Niro, intussen 78 jaar) die zich thuis steendood verveelt, maar uiteindelijk weer zin krijgt in het leven wanneer hij als senior stagiair aan de slag kan bij een modewebsite. Het is mooi om te zien hoe hij zich door zijn engagement, inzet en ervaring al snel onderscheidt, ook al moet hij onderaan de ladder beginnen.
Overal waar hij kan maakt hij tijd om naar mensen te luisteren, hij geeft hen tips en probeert op zijn manier kleine initiatieven te nemen om dingen te verbeteren. Door zijn positieve ingesteldheid creëert hij goodwill en wordt hij al snel betrokken bij belangrijke projecten. Daarbij krijgt hij de nodige erkenning en waardering waardoor zijn motivatie nog stijgt. En uiteraard, het blijft een film, er begint zelfs iets moois te bloeien tussen hem en zijn bazin Jules Ostin (gespeeld door Anne Hathaway).
Te weinig aandacht voor welzijn op het werk voor 50-plussers
Het verhaal sprak me vooral aan omdat het zo in schril contrast staat met alle onheilspellende berichten die je deze dagen leest over 50-plussers, als zouden ze volledig afgeschreven zijn.
Uiteraard: de vergrijzing is een feit. Dat iedereen binnen enkele jaren zal moeten werken tot minimum 67 jaar is ook een feit. Dat 50-plussers vaak niet meer mee zijn met de meest recente technologische ontwikkelingen is – jammer genoeg – ook een feit. En dat kan voor die mensen een reële bedreiging vormen, zeker als ze te maken krijgen met bedrijven die hun mensen enkel als een werkinstrument beschouwen dat zoveel mogelijk moet opbrengen.
Omdat door de vergrijzing de groep 50-plussers steeds groter wordt, worstelen ook steeds meer mensen met hun fyieke en mentale gezondheid. De cijfers liegen niet. Het absenteïsme bij 50-plussers is de laatste tien jaar ontzettend gestegen.
Van selfie naar service maatschappij
Onze samenleving is geëvolueerd naar een zeer individualistische maatschappij. Ik noem het even het tijdperk van de ‘selfies’. Heel wat mensen voelen zich eenzaam en geïsoleerd. Ze proberen een ideaal – vaak fake – leven te schetsen via allerlei social mediakanalen, maar dat is uiteindelijk niet meer dan een illusie. Waarom doen mensen dat? Omdat het in onze aard ligt om ons toch een beetje belangrijk te willen voelen. En mensen doen soms heel gekke dingen om dat gevoel van belangrijkheid te kunnen ervaren.
Waar mensen écht nood aan hebben is aan ‘sociale verbinding’, terug connecteren van hart tot hart. ‘The human touch’ wordt het ook wel eens genoemd, iets wat in vele bedrijven ontbreekt. En dat is jammer, want heel wat mensen ervaren dat die menselijke warmte belangrijk is om uit een isolement te geraken.
Sterker nog, mensen die het gevoel hebben dat ze kunnen bijdragen, dat ze kunnen meewerken aan iets dat meer betekenis geeft aan hun leven, zullen veel minder ziek zijn of pijn ervaren. Bart Morlion, een vooraanstaande pijnarts, heeft daar een mooi pleidooi over gegeven in De Tijd.
Het zijn vaak de frustraties of onvervulde verlangens, de sociale wantoestanden die ons ziek maken. Om die maatschappelijke uitdaging aan te pakken, zouden we van een ‘selfie’-maatschappij moeten kunnen evolueren naar een ‘service’-maatschappij. Daarbij kunnen we ons de vraag stellen hoe wij meer kunnen betekenen voor onze medemensen, voor onze collega’s, voor onze familie.
Het potentieel van 50-plussers
Wat als wij als maatschappij de groep van 50-plussers eens wat meer gaan waarderen voor het potentieel dat ze in zich dragen? Wat als wij ze eens wat meer gaan stimuleren om de inzichten en ervaring die ze hebben, in te zetten om zo jonge mensen te helpen? Het zou een win-win zijn voor iedereen. Enerzijds worden de 50-plussers zo meer gestimuleerd om te blijven investeren in zichzelf, krijgen ze mentaal een boost omdat ze betekenisvolle mentale arbeid verrichten en heeft dit een positieve impact op hun gezondheid. Anderzijds helpt dit jonge mensen om sneller uit te groeien tot gelukkige, gebalanceerde en succesvolle individuen. De voorwaarde is natuurlijk dat de 50-plusser bereid is om met een open geest in dit verhaal te stappen.
Word het niet eens tijd om op een andere manier te kijken naar 50-plussers? Natuurlijk verdienen ze veel en is de loonkost vaak een issue. Maar hebben wij al eens nagedacht over hoeveel het nu kost aan onze maatschappij wanneer ze mentaal afhaken? Om nog maar te zwijgen over de kost van de fysieke klachten. Want vaak hangt het ene samen met het andere. Het omgekeerde geldt ook: hoe gezonder wij ons mentaal voelen, hoe meer energie wij genereren, hoe gelukkiger wij zijn en hoe meer wij kunnen betekenen voor de ander.
De verborgen kost van mensen die mentaal hebben afgehaakt, groeit nog steeds, ook bij jonge mensen. Mensen hebben vaak niet meer nodig dan wat ‘aandacht en erkenning’, ze hebben nood aan luisterend oor. Wat als wij de 50-plussers daarvoor zouden inzetten? Ik ken een aantal 50-plussers die staan te springen om zo’n rol op zich te mogen nemen, mensen met goesting en werklust, maar die niet worden weerhouden omdat ze te duur zijn.
Ik denk dat het een goed idee is dat het beleid de aanwerving van 50-plussers stimuleert. En ja, ook met financiële middelen. In een ideaal scenario zou er zelfs zo goed als geen belasting op hun loonkost mogen geheven worden. Een ander aspect dat zou moeten herbekeken worden is het aantal verlofdagen gekoppeld aan het aantal gewerkte jaren, want dit is nu soms buiten proportie waardoor werkgevers in bepaalde sectoren niet gemotiveerd zijn om 50-plussers aan te nemen.
Maar zo’n aanwerving heeft gegarandeerd een positieve impact op de begroting. Iedereen wint erbij: de 50-plusser zelf, want hij voelt zich zinvol, de jonge werknemer, want hij kan iets bijleren, de werkgever, want hij haalt op een betaalbare manier ervaring in huis en tot slot de hele maatschappij, want de kost van burn-out, depressie en langdurig ziekteverzuim vermindert.
Nood aan rolmodellen voor een positief beeld van 50-plussers
Ik citeer een mooie quote van William James, een bekende psycholoog van de 19de eeuw: ‘If any organism fails to fulfill its potentialities it becomes sick’. Dit is wat wij zien gebeuren in onze maatschappij. Mensen worden te weinig getriggerd om verder te blijven groeien, zeker als ze een bepaalde leeftijd bereikt hebben. Dan worden ze vaak bestempeld als ‘afgeschreven’. Dit maatschappelijk beeld creëert ongewild een negatieve impact op een groot deel van de bevolking en bevordert deze mindset. Uiteindelijk is de mens een sociaal wezen en heeft nood aan zingeving en connectie.
Onze maatschappij heeft meer nood aan rolmodellen zoals Ben Whittaker uit de film ‘The Intern’. Mensen die zich blijven inzetten voor andere mensen in onze maatschappij en die hiervoor ook beloond worden. Wij moeten aantonen dat 50-plussers niet oud en afgeschreven zijn, integendeel zelfs. En 50-plussers moeten dit zelf ook meer aantonen! Maar wij moeten deze mensen motiveren om actief te blijven door hen te waarderen en door hen te blijven challengen. Het kan echt ook anders…
Is het niet dringend tijd voor een paradigmashift om te doen wat juist is?